Morrissey schrijft momenteel zijn eerste roman. Daarmee sluit de Britse
zanger zich aan bij een elite van bekende muzikanten, die in de sporen
van Hemingway en Dickens treedt. Maar gaan popartiesten hun boekje niet
te buiten met zulke grote literaire aspiraties?
Morrissey blijkt lang niet de eerste popster die lyrics voor literatuur inruilt. En dan laten we gemakshalve de talloze briljante autobiografieën (Bob Dylan, Frank Zappa), intrigerende dagboeken (Brian Eno, Jay-Z) of ontroerende memoires (Mark Oliver Everett van Eels, Patti Smith) nog buiten beschouwing.
In de wereld der letteren zette vooral Nick Cave succesvolle stappen - zowel kritisch als commercieel. Maar ook Bob Dylan, Steve Earle, Thé Lau, LL Cool J (een kinderboek!), Elvis Peeters en Josh Ritter boorden een relatief groot publiek aan met hun literaire escapades. De Amerikaanse singer-songschrijver Jimmy Buffett hield er zelfs een aantal bestsellers over. Hetzelfde gold voor Madonna's boekenreeks 'The English Roses', die wereldwijd op vernietigende recensies stuitte, maar wel op een gigantisch verkoopsucces kon rekenen.
Cultclassic
Helaas kan het ook anders: Colin Meloy van The Decemberists werd twee jaar geleden op handen gedragen door The New York Times, die zijn debuut 'The Wildwood Chronicles' "een weelderige verweving van realiteit en fantasie" noemde. Het boek flopte miserabel aan de kassa. Punkrocker Richard Hell bracht met het wonderlijke, dramatische 'Godlike' dan weer een bijzondere kijk op de gedoemde liefde tussen Rimbaud en Verlaine. Maar in Engeland gaan zijn boeken vergezeld van de dubieuze lauwerkrans "an excellent if marginalised underground literary voice".
Zelfs Leonard Cohen kende pas in uitgesteld relais succes met zijn
romans. Zijn dichtbundels verkochten meer dan behoorlijk, maar The
Guardian bestempelde zijn proza dan weer als "an acquired taste".
Niettemin wordt het experimentele 'Beautiful Losers' (een jaar voor zijn
muzikale debuut) inmiddels beschouwd als een cultclassic binnen
literaire middens, terwijl zijn boek 'The Favourite Game' zelfs de
vergelijking doorstaat met het legendarische 'Catcher in the Rye' van
J.D. Salinger, volgens een Canadese recensent.
Vluchtweg
Wat drijft muzikanten precies om aan de schrijftafel te schuiven? Op het verslavende applaus of luidruchtige interactie hoeven ze niet te rekenen bij een lezerspubliek. Bovendien kost een song schrijven aanzienlijk minder werkuren dan een volwaardige roman.
In het geval van Steve Earle gaat het vooral om "erkenning en geloofwaardigheid". Hij bekent immers dat hij zich niets meer beklaagde in zijn leven dan het schrijven van de succesvolle roman 'Doghouse Roses'. "Het was net zo pijnlijk als een ledemaat afrukken", bekende hij in 2001. Earle zwichtte uiteindelijk voor de literaire muze, omdat zijn vrienden al sinds de jaren zeventig proza en poëzie schreven: "Ik voelde me minderwaardig."
Ritme
Literatuur is evenwel net zo goed een vluchtweg voor songschrijvers die life on the road moe zijn. Zo maakte de alt.country-ster Ryan Adams pas werk van 'Infinity Blues' en 'Hello Sunshine' toen hij gehoorproblemen kreeg, en de bacchanalen van het tourleven spuugzat was. Al viel de gedisciplineerde routine van de auteur hem zwaar: "Ik stond elke ochtend om zeven uur op, om acht uur lang als een ninja aan mijn schrijftafel te zitten."
Thé Lau van The Scene, die op 52-jarige leeftijd debuteerde als romanschrijver, vergelijkt het schrijven van een muziektekst dan weer "met het trekken van een sprint en het schrijven van een roman met het lopen van een marathon". Al ziet hij wel overeenkomsten: "Muzikaliteit is in beide genres erg belangrijk: het ritme moet goed zitten, en ik let zeer sterk op melodie, de klank van woorden, de harmonie."
Therapeutisch
Voor E van Eels was schrijven van zijn memoires therapeutisch, om het verlies van familieleden een plaats te geven. Maar voor het familieleven zélf kan schrijven een ware gesel zijn, beweert Billy Bragg. Die bracht in 2006 'The Progressive Patriot' uit, maar noemde de tol van de auteur hoger dan die van de uithuizige muzikant. "Voor mijn familie waren het achttien moeilijke maanden, al was ik dan eens eindelijk thuis."
Onder familiale sores komt Elvis Peeters, van de Mechelse postpunkgroep Aroma Di Amore, al helemaal niet uit. Onder zijn eigen naam schrijft hij boeken, maar die pen deelt hij met zijn vrouw. De discussies laaien blijkbaar zo hoog op dat ze die gesprekken op café voeren, in plaats van thuis. Die wrijvingen leverde wél het veelgeprezen werkstuk 'Dinsdag' op, dat twee jaar geleden genomineerd werd voor talloze grote literatuurprijzen in binnen- en buitenland.
Voor bovengenoemde auteurs werd de lokroep van de literatuur steeds ingegeven door passie. Toch draagt Morrissey prozaïscher redenen aan. Een nevencarrière als auteur noemt de voormalige zanger van The Smiths "bijna noodzakelijk", omdat de muziekindustrie op apegapen ligt. Ook Pete Townshend van The Who lijkt daar al jaren geloof aan te hechten: van zijn hand verschijnen regelmatig essays en boeken, en in Londen opende hij zijn eigen Londense boekwinkel Magic Bus, terwijl hij eind jaren zeventig een uitgeverij uit de grond stampte.
"I hope I die before I get old" ruimde duidelijk plaats voor "wie schrijft, die blijft".
Vluchtweg
Wat drijft muzikanten precies om aan de schrijftafel te schuiven? Op het verslavende applaus of luidruchtige interactie hoeven ze niet te rekenen bij een lezerspubliek. Bovendien kost een song schrijven aanzienlijk minder werkuren dan een volwaardige roman.
In het geval van Steve Earle gaat het vooral om "erkenning en geloofwaardigheid". Hij bekent immers dat hij zich niets meer beklaagde in zijn leven dan het schrijven van de succesvolle roman 'Doghouse Roses'. "Het was net zo pijnlijk als een ledemaat afrukken", bekende hij in 2001. Earle zwichtte uiteindelijk voor de literaire muze, omdat zijn vrienden al sinds de jaren zeventig proza en poëzie schreven: "Ik voelde me minderwaardig."
Ritme
Literatuur is evenwel net zo goed een vluchtweg voor songschrijvers die life on the road moe zijn. Zo maakte de alt.country-ster Ryan Adams pas werk van 'Infinity Blues' en 'Hello Sunshine' toen hij gehoorproblemen kreeg, en de bacchanalen van het tourleven spuugzat was. Al viel de gedisciplineerde routine van de auteur hem zwaar: "Ik stond elke ochtend om zeven uur op, om acht uur lang als een ninja aan mijn schrijftafel te zitten."
Thé Lau van The Scene, die op 52-jarige leeftijd debuteerde als romanschrijver, vergelijkt het schrijven van een muziektekst dan weer "met het trekken van een sprint en het schrijven van een roman met het lopen van een marathon". Al ziet hij wel overeenkomsten: "Muzikaliteit is in beide genres erg belangrijk: het ritme moet goed zitten, en ik let zeer sterk op melodie, de klank van woorden, de harmonie."
Therapeutisch
Voor E van Eels was schrijven van zijn memoires therapeutisch, om het verlies van familieleden een plaats te geven. Maar voor het familieleven zélf kan schrijven een ware gesel zijn, beweert Billy Bragg. Die bracht in 2006 'The Progressive Patriot' uit, maar noemde de tol van de auteur hoger dan die van de uithuizige muzikant. "Voor mijn familie waren het achttien moeilijke maanden, al was ik dan eens eindelijk thuis."
Onder familiale sores komt Elvis Peeters, van de Mechelse postpunkgroep Aroma Di Amore, al helemaal niet uit. Onder zijn eigen naam schrijft hij boeken, maar die pen deelt hij met zijn vrouw. De discussies laaien blijkbaar zo hoog op dat ze die gesprekken op café voeren, in plaats van thuis. Die wrijvingen leverde wél het veelgeprezen werkstuk 'Dinsdag' op, dat twee jaar geleden genomineerd werd voor talloze grote literatuurprijzen in binnen- en buitenland.
Voor bovengenoemde auteurs werd de lokroep van de literatuur steeds ingegeven door passie. Toch draagt Morrissey prozaïscher redenen aan. Een nevencarrière als auteur noemt de voormalige zanger van The Smiths "bijna noodzakelijk", omdat de muziekindustrie op apegapen ligt. Ook Pete Townshend van The Who lijkt daar al jaren geloof aan te hechten: van zijn hand verschijnen regelmatig essays en boeken, en in Londen opende hij zijn eigen Londense boekwinkel Magic Bus, terwijl hij eind jaren zeventig een uitgeverij uit de grond stampte.
"I hope I die before I get old" ruimde duidelijk plaats voor "wie schrijft, die blijft".
bron: VAN ASSCHE, G. , Gaan popartiesten hun boekje niet te buiten met hun literatuur? , internet, 2014-01-11, (http://www.demorgen.be/dm/nl/1010/Muzieknieuws/article/detail/1771896/2014/01/11/Gaan-popartiesten-hun-boekje-niet-te-buiten-met-hun-literatuur.dhtmlhttp://www.demorgen.be/dm/nl/1010/Muzieknieuws/article/detail/1771896/2014/01/11/Gaan-popartiesten-hun-boekje-niet-te-buiten-met-hun-literatuur.dhtml).
Geen opmerkingen:
Een reactie posten